“Toen ze Jeruzalem naderden en bij Betfage op de Olijfberg kwamen, stuurde Jezus er twee leerlingen op uit,” vertelt ons de evangelist Mattheüs. Hij vervolgt met de opdracht die Jezus hen geeft: “Ga naar het dorp dat daar ligt. Vrijwel direct zullen jullie er een ezelin zien, die daar vastgebonden staat met haar veulen. Maak de dieren los en breng ze bij me”. Waarom vertelt Mattheüs zo omslachtig dat de ezelin met haar veulen is vastgebonden? Als Jood verwijst Mattheüs steeds naar de Thora. Dat is ook hier het geval al zien we dat niet. Maar In de Talmoed (Berachot 56b) vinden we het volgende: “Wie een geplante wijnstok ziet in een droom die moet de komst van de Messias verwachten. Er is immers geschreven: ‘Hij bindt zijn jonge ezel aan de wijnstok en het veulen van zijn ezelin aan de edelste wijnstok.” Weet u al naar welke tekst in de Tora wordt verwezen?
Lees het artikel dat Klaas de Jong schreef voor de website van Christenen voor Israël. Het artikel is gebaseerd op het boek Waarom schiep God de ezel?