Op de website van Christenen voor Israël publiceerde auteur Klaas de Jong een artikel over de Wetenschapsbijbel en Exodus 14. Bij de voorbeelden op de website van de Wetenschapsbijbel (NBG) wordt in het thema-artikel ‘Wonderen’ het splijten van de zee bij de uittocht uit Egypte als een modelvoorbeeld van een ’toevalswonder’ genoemd. De Jong schrijft hierover: ‘[…] Juist die nacht zouden er uitzonderlijke weersomstandigheden zijn. “Loop je alle omstandigheden achteraf nog eens na, dan blijkt er wetenschappelijk gezien niets onverklaarbaars te zijn gebeurd,” is de verbijsterende conclusie.Kennelijk is de exegese van de auteurs hier beperkt tot een klein stukje tekst. Dat doen we immers vaak bij Bijbellezen. We kijken niet terug naar de voorgaande gebeurtenissen en ook niet naar het vervolg. Maar de tien plagen, die de uittocht forceerden, waren tien opeenvolgende wonderen. Dat is geen toeval meer. En als we kijken naar de tocht van het volk naar de berg Sinaï komt er een nog groter wonder. De HEER verschijnt op de berg aan Mozes en schrijft op twee stenen tafels de Tien Geboden! Dat moet voor moderne, westerse christenen toch minstens zo moeilijk te begrijpen zijn?[…]’