Het Nederlands Dagblad publiceerde een artikel van auteur Klaas de Jong over de stikstofcrisis gebaseerd op het Bijbelverhaal van een droom over zeven vette koeien en daarna zeven magere koeien in het oude Egypte met een glansrol voor Jozef, een van de twaalf stamvaders van Israël. Jozef legde de droom van de koning (farao) uit en gaf farao advies hoe een hongersnood in de zeven magere jaren kon worden voorkomen. Onze regering kiest met een wereldwijd dreigende voedselcrisis voor het omgekeerde: verjaag de koeien en maak vruchtbaar land arm. De oorspronkelijke titel was ‘Laten we de zeven magere jaren komen?’ De redactie koos voor een iets andere titel. Na afbeelding van ploegende koeien in het oude Egypte volgt de tekst zoals gepubliceerd in het ND.
Zeven magere jaren: farao’s droom en de stikstofcrisis
Wat kunnen we in de huidige stikstofcrisis leren van farao’s droom over koeien en korenaren?
• Klaas de Jong • auteur van het boek ‘De koe: milieuramp of Godsgeschenk?‘
De Egyptenaren hielden in de tijd van de farao’s niet van kleinvee. Daarom kreeg Jakob met zijn zonen (en hun kudde schapen) het land Gosen, aldus Genesis 46. De Egyptenaren hielden wel van koeien. Die mochten grazen aan de oevers van de Nijl, die net als in onze rivierendelta veel water en vruchtbaar slib bracht. Toen wereldleider farao droomde over zeven mooie, vette koeien aan de Nijl die werden opgegeten door zeven lelijke en magere koeien, schrok hij wakker. Nadat hij daarna ook nog een soortgelijke droom kreeg over zeven korenaren, was farao hevig verontrust. Terecht, want Jozef kon als dienstknecht van God de dromen uitleggen: na vette jaren zouden jaren van slechte oogst komen. Kunnen wij iets leren van die dromen?
Dat de korenaren ook in het oude Egypte symbool stonden voor voedsel, verbaast ons niet. Maar stonden melk en kaas daar toen ook symbool voor? Je kunt het godsdienstig interpreteren, want de godin Hathor werd afgebeeld als een enorme koe op de Melkweg, de hemelse Nijl voor de Egyptenaren. Maar in het oude Egypte speelde de koe in de voedselketen ook wel degelijk een hoofdrol, niet alleen voor zuivel en vlees maar ook in het werk op de graanakkers.
Stikstofrijke grond
Waarom willen we zo graag af van onze melkkoeien?
De crisis die God in dromen aan farao aankondigde, bracht hem schrik aan. Farao wilde geen magere koeien en door de oostenwind verschroeide korenaren. Het rivierslib langs de Nijloevers was vruchtbare, wij zouden zeggen: stikstofrijke grond, maar door een tijdelijk sterke daling van de wateraanvoer kwamen er toch magere jaren. Onze regering stuurt juist aan op magere jaren door de koeien te slachten om de grond minder vruchtbaar te maken. Het omgekeerde van wat er in Egypte gebeurde. Daardoor daalt onze voedselproductie terwijl in grote delen van de wereld gebrek aan voedsel is.
Waarom willen we zo graag af van onze melkkoeien? Zowel akkerbouw als veehouderij zijn bijbels en zie je in de Bijbel door elkaar heen lopen. Denk eens aan Elisa die door de profeet Elia als opvolger werd geroepen toen hij met een span runderen op de akkers aan het ploegen was. Elisa’s vader had maar liefst twaalf span ploegende ossen tegelijk aan het werk; over grootschalige landbouw gesproken!
Een groot deel van het aardoppervlak is van nature bedekt met gras. In veel gebieden op aarde is akkerbouw niet goed mogelijk en is melkveehouderij een uitkomst. Wat geweldig dat God herkauwers schiep die van gras melk kunnen maken. Deze herkauwers zijn de reine dieren. Bovendien is de melkveehouderij van nature grondgebonden. Het voedsel voor de koeien komt bijna geheel van eigen grond. Terwijl varkens alleseters zijn maar geen gras kunnen verteren, kan de pens van een herkauwer eigenlijk alleen met gras, hooi en stro uit de voeten. Een naoorlogse ontwikkeling is de toevoeging aan dit grasdieet van enkele procenten van de persresten (schroot) van sojabonen.
Andere uitstoot
Melkveehouderij is daarmee wezenlijk anders dan de varkens- en pluimveehouderij, die niet grondgebonden zijn maar afhankelijk van de veevoerindustrie. De melkveehouderijen zijn de laatste honderd jaar wel veel groter geworden, maar veel kleiner in aantal; het totaal aantal koeien is nauwelijks gegroeid. Er komt dan ook niet veel meer koemest en gier op het land dan in 1930.
Onze bevolking is sinds 1930 wel sterk gegroeid. Al die mensen hebben voedsel nodig en stoten via het riool veel stikstof uit, maar veel erger nog is de enorme groei aan auto’s, luchtvaart en industrie met hun stikstofuitstoot.
Farao redde zijn volk en de omringende volken van de hongersnood door Jozefs advies te volgen. Met een dreigende wereldwijde voedselcrisis staan we als rentmeesters voor een vraagstuk: maximale aandacht op bevordering van zeldzame planten of handhaving van onze voedselproductie en innovaties toepassen om overmaat aan stikstof in natuurgebieden tegen te gaan?